Elsenerbroek
Enigzins opgewonden parkeer ik mijn auto bij een Shell-station iets ten noorden van Goor. Eindelijk, bijna 4,5 jaar na het overlijden van mijn vader, zet ik zijn queeste voort: op de fiets, zijn eigen fiets, het zadel net iets hoger, de ketting gesmeerd. Langs de steden, stadjes, dorpen en buurtschappen van Nederland.
Ik begin rustig: een rondje langs twee buurtschappen die Ab op zijn 231 tochten niet heeft kunnen aandoen, twee Twentse kruimels die hij heeft laten liggen. Alles in de nabije omgeving heeft hij befietst, van Schoolbuurt tot Wiene, van Hengevelde tot Enter. Alleen Elsenerbroek en Zeldam wachtten nog op een bezoek.

Vanaf een lelijk bedrijventerrein sla ik de Entersestraat in en verandert de wereld van grauw naar groen. Weidse velden vol paarden, af en toe een boerderij, een ‘Erve’ zoals de Twent zijn hoeve graag noemt. Het zonnetje schijnt, de lucht is fris en het landschap ademt rust. Op een vrije kavel prijkt het bordje ‘Te koop’; in mijn hoofd zie ik mijn eigen Erve al verreizen. Op een pleintje prijkt het Brookhoes, het gemeenschapshuis waar morgen een kaartavond op het programma staat. Om de hoek staat Erve De Halte. De overbuurman legt me uit hoe de Boerderij aan zijn naam gekomen is: het begin van de 20e eeuw stond hier een stationnetje, een halte aan de spoorlijn Neede - Hellendoorn. In 1925 werd deze stopplaats opgeheven, in 1935 hield de gehele spoorlijn op te bestaan.