Oost-Vlieland
Tocht: 214(1)
Bezocht op: 16 april 2014
Provincie: Friesland

De veerboot vanuit Harlingen doet 1,5 uur over de overtocht. Vlieland heef wel een haven en een landingsplaats voor een helikopter, maar de boot legt aan aan een steiger die meedeint met eb en vloed. Hier kijkt Willem de Vlaming uit over de Waddenzee. Hij was een dappere zeevaarder, die delen van Australië ontdekte. Op het wad ligt een zeehond, die gewend is aan de blikken van de toeristen. Vanaf de boot ratelen de koffers met wieltjes over de keien van de Dorpsstraat. Een doorgang in de dijk rondom het dorp kan hoog water tegenhouden als men er balken in legt. Het eerste huis was ooit het “Groene Weeshuis” een plaats waar weeskinderen uit Groningen hun vakanties hielden. Het volgende huis is Loodshotel de Golfzang, waar de pleegouders van Liesbeth List ooit de scepter zwaaiden. De Dorpstraat draagt de sfeer van vroeger tijden, al staan er huizen uit verschillende periodes. Elk huis vertelt een eigen verhaal. Daar is de witte slagerij van slager van Veen met de ambachtelijke Vlielandse worst In een groen houten huis kan de Drumband spelen. Het Tromphuis is nu een museum, waar de Noorse vlag uithangt en waar 4 generaties Oranjes een bezoek brachten. De zijstraten dragen allemaal de naam “glob”. Zo heb je de Boerenglob, de Molenglob en Maarten Trompglob. Via een zijstraat komt men op het plein van de visserskerk, die al in 1245 als kapel in de archieven stond. In 1605 kreeg de kerk zijn huidige vorm, bekostigd van belastingen op bier en wijn. Naast de kerk staat het vroegere armenhuis. Iedereen op het eiland was zeeman en de zee vroeg haar tol. Zo waren er veel weduwen en wezen zonder inkomsten. Bij iedere behouden terugkeer ging een deel van de lading naar het armenhuis. Verderop ineen straat parallel aan de hoofdstraat is een boom van haar zijtakken ontdaan. Van het skelet maakt een kunstenaar twee vogels. Steigers zorgen voor de nodige veiligheid. Aan het einde van de Dorpsstaat is de vuurtoren te zien op een hoge heuvel. De vuurtoren is wat klein van stuk en draagt de bijnaam van “theelichtje” of ook wel “rode kabouter”. Vanuit het dorp loopt een weg naar zee naar Standhotel Seeduyn. Daar liggen verspreid in de duinen de vakantiehuisjes. De schuur van de oude reddingsboot is nu een galerie met kunst.. Een andere straat loopt van de aanlegsteiger naar de nieuwbouw van Oost-Vlieland. Ook jonge Vlielanders willen graag op het eiland blijven wonen. Men passeert eerst het huis van Johan en Jannie, een echtpaar, dat het jutten tot kunst heeft verheven. Van drijfhout maakt men uithangborden en de aangespoelde flessen Wodka komen uit vele landen. Met hun bedrijfje Strûnzooi staan ze op markten en braderieën. Vlak voor de VMBO-school loop een weg naar vakantiehuis “De Vliehorst”. Het huis en het bijbehorend grasveld liggen er al decennia onveranderd bij. De beheerster heet Hetty en ontvangt nog steeds kinderen van basisscholen, die zich straks gaan verspreiden over verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. Nu is er een school uit Watergraafsmeer te gast. Ze hebben gisteren wadgelopen. Bijna 60 jaar geleden hadden leerlingen van de Nutsschool uit Nijmegen hier een onvergetelijke week. Een oud-leerling raakt ontroerd als hij ziet, dat er na al die jaren niets veranderd is. In het Loods café komen vandaag zes oudere eilandbewoners bij elkaar. Ook zij proberen de veranderende tijden tegen te houden.