Kloosterhaar
Tocht: 139(14)
Bezocht op: 29 juni 2011
Provincie: Overijssel

Een man op leeftijd schildert een zee met zeilvrachtschip op de deur van zijn garage. Hij is net aan het tuig toe en dat is nauwkeurig werk. Na zijn ziekenhuisopname afgelopen jaar kan hij niet meer lang staan, maar schilderen wil nog wel lukken. Hij kent het monument aan de Groenedijk voor de Joodse dwangarbeiders die hier enkele maanden verbleven. Samen met enkele andere bewoners heeft hij zich ingezet om ervoor te zorgen, dat dit stukje vergeten geschiedenis weer aandacht kreeg. Joodse mannen tussen 17 en 55 jaar uit Groningen werden gedwongen om hier zwaar werk te verrichten. De meeste waren dit niet gewend. Het eten was schaars en men was afhankeleijk van de pakketten van familieleden. Vlak in de buurt lag nog zo’n kamp, in Balderhaar. Alle Joodse mannen zijn in oktober 1942 afgevoerd naar Westerbork voor een z.g. familiehereniging. De geschiedenis weet hoe het hen is vergaan. De 17-jarige Peter Gerzon kan het echter wel navertellen. De onthulling van het monument was voor hem en de dorpsbewoners een ontroerende gebeurtenis. Eindelijk was recht gedaan aan een stukje vergeten verleden. Later is het kamp nog gebruikt voor evacués die weg moesten voor de bouw van de Atlantikwal, die de Duitsers bouwden om een invasie uit Engeland te voorkomen. Van beide kampen is niets meer over. De gebouwen zijn stuk voor stuk afgebroken. De kantine is lang het dorpshuis gebleven, maar toen de oude school vrijkwam verdween ook die uit het landschap. Het huidige dorpshuis naast de kerk ligt aan een parkeerterrein, dat vernoemd is naar een onderwijs. Kloosterhaar is zuinig op zijn geschiedenis.