Moeren

In Moeren staat slechts één boerderij langs de weg. Er is hier echter een abdij met de mooie naam “Maria Toevlucht”. Hier zoeken Trappistenmonniken naar het rust en het mysterie van het geloof. Maar vandaag wordt er gewoon hard gewerkt met behulp van een een groep van 30 vrijwilligers met a;s harde kern knotgroep Achtersloot uit IJsselstein. Het Sterrenbos moet worden uitgedund en het eikenhout worden ingekort tot haardhout. Het klooster heeft immers een gastenverblijf, waar rustzoekende stedelingen graag zich verwarmen aan de natuurlijke warmte van natuurlijke materialen. Als beloning ontvangen de harde werkers een mis met gregoriaanse gezangen, afgewisseld met stiltes uit voorbije eeuwen. Een novice in grijze pij luidt de klok, die oproept tot gebed en bezinning. De Trappisten hebben hun werkkleding vervangen door stemmige witte pijen. De tekst van Psalm 119 werd afwisselend gezongen vanuit de beide banken aan weerszijde van de lange hoge kerk. Een zeer oude monnik lijkt al bijna verstorven.. Na deze geestelijke laving is er groente- en pompoensoep. De stallen achter het klooster zijn verlaten. De Limousinekoeien zijn verkocht. De opslag voor de mest wordt nu bevolkt door een tapijt van mos. De verzorgende monnik verhuisde naar een klooster nabij Tegelen, werd verliefd en zorgt nu voor zijn vriendin. Vandaag ronken hier de motorzagen en rusten de harde werkers uit met kruiwagens als ruggensteun. Straks wacht hen een verdiend glas Trappist, niet hier gebrouwen, daarvoor is het water helaas niet zuiver genoeg.