Nagele Tocht: 121(1) Bezocht op: 6 september 2010 Provincie: Flevoland Op de open ruimte voor de buurtsuper staat een gedicht te lezen van Theo van Vliet. Hierin staan de regels “O, hoe huiveren dunne bomen in de lange polderwind”. Even verderop ligt een stapel omgezaagde eiken. Er zijn bijna 50 jaar verstreken sinds ze als dunne staken zijn geplant. De jaarringen vormen het bewijs. In 1954 is men begonnen met de bouw van Nagele. De kerk is inmiddels een museum geworden, waar vast iets verteld wordt over de bijzondere architectuur van dit dorp in de Noordoostpolder. Jonge veelbelovende architecten van de Delftse school mochten al hun creativiteit uit de kast halen om Nagele tot een aangename woonplek te maken. Een rondrit door het dorp laat zien, dat hun bouwsels de tand des tijds hebben doorstaan. Alles oogt nog steeds fris en eigentijds. Opvallend is de weidse open ruimte tussen de huizen, waarvoor Mien Ruijs verantwoordelijk was. De kerk met zijn ranke witte toren komt hierdoor goed tot zijn recht en kinderlokkers vallen direct op. Het werk van Mien is sinds kort afgerond met een berceau op de begraafplaats. Buiten Nagele strekken de landbouwgronden zich uit tot aan de horizon. De boerderij aan de Johannes Postweg nummer 7 is van uitsluitend landbouw overgestapt op akkerbouw met melkkoeien. De naam op de gevel gedenkt de afsluiter van de Zuiderzee Dr. Lely. De eerste pionier hier was Wim Groenenboom en boerenzoon uit Barendrecht.. |