Obdam
Tocht: 120(1)
Bezocht op: 25 augustus 2010
Provincie: Noord-Holland

Het spoor loopt door groene weilanden en stopt in Obdam bij een mooi oud station waar de plaatsnaam met grote letters op leesbaar is. Bij de overgang zit een man op zijn rollator. Hij kijkt naar de voorbijgaande treinen en moet telkens een half uur wachten op de volgende. Dat is geen probleem, want hij houdt veel van treinen. Het hoogtepunt uit zijn leven was een echte treinreis naar het spoorwegmuseum van Utrecht. Daar waren echte oude treinen.
Bij de kerk van Obdam staat een wit beeld, dat waakt over de kudde van gelovigen. De kerk moet het tijdelijk zonder Pastoor Paul stellen. Die is door het bisdom tijdelijk geschorst, omdat hij bij het WK-voetbal zijn mis iets te oranje kleurde. Overal in het dorp en in de verre omgeving hangen posters aan de ramen met de duidelijke tekst “Pastoor Paul moet blijven. Punt uit.” Een bewoonster mist de pastoor. Hij heeft de gave van het woord en weet na een ludieke binnenkomer de kerkgangers van het begin tot het einde te boeien met zijn preken. De kerk zit dan ook altijd vol en parochies in de omgeving zijn jaloers op Obdam. Hij was ook de pastoor voor de jongeren en kon samen met hen fietsen en feesten, maar wel zonder druppel alcohol. Nu moet hij zich bezinnen in de abdij van Egmond en binnenkort gaat hij als gewonen gelovige naar Lourdes. Het hele dorp hoopt, dat hij daarna voor terugkomt. Men mist hem zeer.
Richting Hensbroek ruikt het naar versgebakken brood. De reur komt niet van een ambachtelijke bakker, maar uit de broodfabriek van de firma Braas. Een buurman geeft even wat kengetallen: 250 mensen aan werk, 40 vrachtwagen voor het vervoer en in een uur bakt 1 man 25.000 kadetjes. Die gaan door heel West-Nederland tot aan Zeeland. Aldi is de grote afnemer. Soms rijdt hij een dagje mee.