Venlo

Buiten het museum “Van Bommel van Dam” hangt Hofsmeiers schilderij “Ochtendlicht. Het museum is nog dicht en je kunt er tijdens de carnavalsdagen ook niet terecht. We zijn in Limburg.
Op weg naar de Jongerenkerk aan de Minrebroedersstraat is een zijstraat met schaduwrijke bomen. Een jongen en een meisje kijken naar de takken. Ze zijn op zoek naar hun ontsnapte dwergpapagaai. Ze hadden de deur open laten staan en de verleiding werd de vogel te groot. Hij vliegt van tak tot tak en heet “Twietie”. Zijn kooi staat verleidelijk op de grond. Even daalt hij neer op het hoofd van de jongen, maar vlak voor binnenkomst zir hij weer op een dakrond. Een ploeg straatopruimers in felrode hessen komt toekijken en nuttige adviezen geven. Voorlopig helpt het nog niet.
Op de terrassen bij het Sint Joriskerk is het druk. Er staat een soort narrentroon, maar daar gaat niemand opzitten. Frederik Hendrik was zo vriendelijk om van het voormalige Sint Josefgasthuis een protestante kerk te maken. In de oorlog werd de kerk zwaar beschadigd, maar is nu in twee fases weer opgebouwd.
Achter het stadhuis staat het kleinste cafe van Nederland. Het is een Italiaansachtig bouwsel met bar en terras. De eigenres koestert de concurrentie met een kroeg in Maastricht. Die denken dat zij echt de kleinste zijn. Ze zijn niet alleen klein, maar zijn gebouwd van steen en beschikken over een echte WC. In de vakbladen en op de plaatselijke radio wordt de strijd verder uitgevochten.
Het Toon Hermanshuis is een plaats waar mensen kunnen praten over hun kanker. Er achter wordt een hospies druk verbouwd. Een bouwvakker sjouwt stenen in de warme zon.